Cognitief onderzoek rond audiodescriptie

door Bonnie Geerinck, Universiteit Antwerpen

Cognitief onderzoek in AD - Naar een model voor de bepaling van cognitieve belasting in audiovisuele producten met audiodescriptie.

 

In recent decades, research into audio description (AD) has become increasingly popular and AD has been approached from a variety of perspectives. However, its cognitive dimension has not yet received the attention it deserves. Although recent technological innovations have made it possible to directly measure which cognitive effects audiovisual products have on the human mind, within the field of media accessibility a methodological framework to carry out this kind of experimental research is still lacking.

Dankzij het toenemende bewustzijn omtrent mediatoegankelijkheid, is onderzoek naar audiodescriptie (AD) de laatste jaren steeds populairder geworden en is audiodescriptie reeds vanuit uiteenlopende perspectieven benaderd. Toch werd de cognitieve dimensie van audiodescriptie tot nu toe nauwelijks bestudeerd. Het CoReAD project wil daar verandering in brengen.

CoReAD staat immers voor “Cognitive Research in AD”, wat het onderzoeksproject in een notendop samenvat: het project streeft ernaar de cognitieve belasting van audiobeschrijvingen voor audiovisuele producten, zoals films en tv-series, in kaart te brengen. Het luisteren naar een film met audiodescriptie vergt namelijk een zekere mentale inspanning van het blinde en slechtziende publiek. Wanneer die inspanning te hoog is om nog te kunnen genieten van de film, doordat bepaalde kenmerken van de audiobeschrijving te cognitief belastend zijn, schiet audiodescriptie haar doel voorbij. De huidige richtlijnen voor audiodescriptie zijn zich grotendeels bewust van dit gevaar, maar omdat ze niet gebaseerd zijn op wetenschappelijk onderzoek voldoen ze niet op dit vlak. Voor het uitvoeren van dat wetenschappelijk onderzoek is een methodologische basis nodig, en die ontbreekt momenteel nog. Het CoReAD project wil die basis verschaffen door een model te ontwikkelen waarin alle cognitief belastende elementen (in het onderzoek ook wel “CLIFs” of “Cognitive Load Inducing Features” genoemd) worden vastgelegd. De ontwikkeling van dit model zal in drie fases verlopen. Ten eerste wordt er aan de hand van een uitgebreide literatuurstudie bepaald welke mogelijke CLIFs bestaan. Ten tweede wordt een analysemodel ontworpen dat de gebruiker in staat stelt om te bepalen welke CLIFs aanwezig zijn in de audiodescriptie en om te beslissen hoe die CLIFs de cognitieve belasting juist beïnvloeden en hoe dit effect kan worden geoptimaliseerd. Ten derde wordt dit model dan in een experimentele studie getest en indien nodig aangepast op basis van de resultaten van de studie. Uiteindelijk zal het model op die manier zorgen voor een gegrond en betrouwbaar methodologisch kader voor experimenteel cognitief onderzoek in audiodescriptie. De nieuwe inzichten verkregen uit dergelijk experimenteel onderzoek zullen op hun beurt resulteren in audiobeschrijvingen die beter zijn aangepast aan de behoeften en vermogens van het doelpubliek.